Bij pijn denk je niet meteen aan bindweefsel (fascia) maar bindweefsel bevat veel meer receptoren/zenuwuiteinden dan bv spieren. Spieren bestaan voor een groot gedeelte uit bindweefsel en verbind alles in het lichaam met elkaar. Het ontvangt geen signalen vanuit het brein maar werkt met het autonome zenuwstelsel dwz dat ze samen alle andere systemen reguleren zonder dat je je daar bewust van bent. Het zorgt voor stabilisatie, evenwicht, steun, bescherming en soepele bewegingen.
Bindweefsel hoort goed gehydrateerd te zijn, het lijkt op een gelachtige substantie. Het is elastisch, absorbeert schokken en zorgt dat oa spieren en pezen soepel langs elkaar kunnen “glijden” Als er geen goede hydratatie is en dus geen goede elasticiteit kunnen spieren minder goed verlengen en samentrekken. De spieren raken overbelast of verkrampt, doorgifte van zenuwsignalen wordt belemmerd, bloedcirculatie verminderd en ook de lymfevaten die ook in het bindweefsel liggen hebben daar last van.
Hoe kan een vloeibaar systeem steun bieden? Denk hierbij aan een spons, een droge spons is hard, een vochtige spons is flexibel, buigzaam, veerkrachtig en zet uit. Je kan een vochtige spons uitwringen, kneden en samendrukken maar hij keert terug naar zijn oorspronkelijke vorm, zo is het ook met bindweefsel. Je kan je vast voorstellen dat een te droge spons pijnlijk en stug is.
Hoe ontstaan problemen in het bindweefsel?
- Het kan heel geleidelijk ontstaan, denk aan overbelasting, verzuring. De plek waar het pijn doet hoeft niet de oorzaak te zijn, bv pijn of onbalans in de voet kan uiteindelijk zorgen voor pijn in de knie, schouder of rug
- Bij verwonding, operatie of blessure beschadigd bindweefsel, en kunnen verklevingen ontstaan, littekenweefsel en zelfs fibrose weefsel.
- Vet en afvalstoffen kunnen worden weggezet in bindweefsel,
- Stress
- Scheefheid, kan ook door compenseren ontstaan, bindweefsel past zich aan de scheefheid aan en ook aan de belasting. In training is het mooi dat bindweefsel zich aan kan passen maar het kan dus ook tegenwerken.
- Bindweefsel heeft ook een beschermende rol, bv bij een verwonding aan het been zorgt het bindweefsel ervoor dat een heel gedeelte van het been minder bewegelijk wordt/stijf wordt om te zorgen dat er niet meer schade ontstaat en dat het rust krijgt. Meestal wordt het vanzelf weer soepel maar soms als een wond slecht heelt of een paard lang boxrust krijgt blijft het minder bewegelijk of het heeft zich aangepast naar de nieuwe belasting/beweging die heel minimaal was.
Bowentherapie geeft door middel van rolbewegingen prikkels aan het autonome zenuwsysteem waardoor het bindweefsel ontspant en als het ware gereset wordt. De hydratatie verbeterd waardoor bloedvaten, zenuwen en lymfevaten beter kunnen functioneren en signalen beter doorgegeven kunnen worden. Dit geeft ook een pijnstillend effect. Het paard komt in het geheel beter in balans en kan soepeler bewegen.
Tapen kan een mooie aanvulling zijn na een behandeling, het lift de huid waardoor er meer circulatie ontstaat. Ook kan met tapen de houding worden verbeterd en heeft het een ontspannende en pijnstillende werking